Landschappen van fotograaf Johan Gerritse , 
een interview met Walter van Teefelen  voor de culture website  'if then is now' 

Ik spreek Johan Gerritse in het Café van Filmhuis Den Haag. 
Minimaal landschap
Hij houdt van een minimaal landschap, met veel leegte, zegt hij. “Maar er moet wel iets in gebeuren. Het makkelijkst is om er dan een mens in op te laten treden. Zo maakte ik een foto van het buitendijkse landschap van Friesland aan de waddenzijde. En de Spaanse Trappen in Rome ’s ochtends vroeg, idem het plein voor het Vaticaan. Een persoon brengt dan het geheel tot leven.”
Heel vaak zijn foto’s in zwart/wit. Dat heeft de meeste zeggingskracht. En daarnaast een afdruk op papier, van 30 - 30 cm of 30 – 45 cm. “Dan zie je meer fotografie dan bij een digitale afbeelding. Een digitale foto is vergankelijker, er zit ook veel minder emotie aan vast.”
Erwin Olaf
Laatst bezocht hij de Erwin Olaf tentoonstelling in het Gemeentemuseum en het Haags Fotomuseum. “Een zaal vond ik overdonderend goed. Het zijn megagrote geregisseerde foto’s. Ik heb wel een half uur staan genieten. Het gaat om details: hoe de mensen je aankijken. Ik was in het bijzonder onder de indruk van een dame in een okergele lange jurk. Ze stond naast een leren bank en erachter een lichtdoorschijnend gordijn. Die blik van die vrouw, en de manier waarop ze met haar vingerrand de bank aanraakt!”
Hijzelf regisseert weinig. “Ik heb weinig geënsceneerd. Ik mak een foto als mensen het niet in de gaten hebben. Mijn mooiste portretten heb ik gemaakt tijdens bruiloften.” Hij wijst naar de foto van Hugh Grant op de muur, een affiche van de film ‘Maurice’. “Ook mooi, ik zou ‘m zelf in zwart / wit doen.”
Ragnar Axelsonn
Zijn grootste voorbeeld is de IJslandse fotograaf Ragnar Axelsonn. “Twintig jaar geleden begon hij de opwarming van de aarde vast te leggen. Die is met name voelbaar bij de evenaar en de poolcirkels. Hij maakte veel fotoreportages in de context  van de opwarming voor dieren en mensen: de zeehondenjacht, de ijsberenjacht, de visserij, hoe het leven van de boeren verandert door de opwarming. De Inuit in Groenland en Canada trekken steeds zuidelijker. De boeren en vissers hebben minder opbrengsten. Ik zag een expositie in Reykjavik. Geweldig. Het zwart / wit versterkt de beelden. Het gaat om de manier waarop hij mensen in landschappen fotografeert. Hij benadrukt de leegte door er mensen in te fotograferen.”
Met Axelsonn heeft Johan ook gemeen dat hij graag series, rapportages maakt. “Ik toon graag een foto in zijn context. Ik selecteer dan 5-7 foto’s  die meer zeggen over de eerste foto. Op die manier kunnen mindere foto’s elkaar versterken.”
Rolfilm
Tegenwoordig heeft hij een Mamiya 645. “Een camera met rolfilm negatieven. Ik heb geen ‘natte doka’. Ik laat ze afdrukken bij Hafo in Den Haag. Ik prefereer het boven een digitale camera. Daar kun je verslingerd aan raken, die camera’s nemen dingen van je over. Bij de Mamiya moet ik alles zelf meten, zelf scherp stellen. Ik scan de foto’s wel zelf in: beetje contrast, belichting, bijsnijden, maar zo min mogelijk. Ik wil dicht bij het origineel blijven.”
Hoe lang is hij al fotograaf? “Twintig jaar kocht ik mijn eerste Pentax spiegelreflex. De foto's die ik maakte met mijn oude camera lukten niet altijd. Na een vakantie  bleken alle foto's mislukt te zijn door een gebrek in de camera. ‘Dat gaat mij niet meer overkomen’, dacht ik. Ik ging op fotografiecursus, en kwam al snel in het Koorenhuis in Den Haag terecht. Daar deed ik ook een dokacursus, die ging over compositie en beeldontwikkeling. We hadden een goede leraar die je goed leerde kijken. 80 procent van een foto begint met kijken. Het is je camera, maar daarnaast vooral je creatieve geest.”
Peter Lindbergh
Daarna ging hij voor extra cursussen naar Grafisch Lyceum in Rotterdam. “Zo ontwikkelde ik mij verder. Ik leerde andere fotografen kennen, zag documentaires over fotografie.” Zo kwam hij op het spoor van de Oostenrijkse fotograaf Peter Lindbergh en de Amerikaanse Vivian Maier. “Ze maakten fantastisch dingen, waar ik veel van opgestoken heb. Peter Lindbergh heeft ooit eens gezegd dat als je door de lens in iemands ogen kijkt, het lijkt alsof je in iemands ziel kijkt. Ik heb ooit een fotoserie van  Stacey gemaakt. Ze had de neiging te gaan glimlachen voor de foto. Ik vroeg haar dat niet te doen. Het resultaat was te gek. Zij had zichzelf nog nooit zo gezien.”
Bij een van zijn exposities had hij in een hoekje een studio ingericht. “Ik heb toen al mijn bezoekers geportretteerd. Zo kwam er een goede interactie met mensen die mijn werk kwamen bekijken. De mensen kregen de foto’s thuis afgeleverd. Er bleek merkbaar emotie te zijn. Dat heb ik wel meer meegemaakt. Ooit kwam een man die een foto wilde hebben voor zijn rouwkaart, een andere keer waren mensen in tranen om familiefoto’s, met baby’s en kinderen.”
Paard CAFE
Het is tijd om de enveloppen met twee fotoseries uit te pakken. De eerste serie is gemaakt op de begane grond, onder de trap van het Haags popcentrum Paard van Troje. Het gebouw is leeg. Rechts zie je barkrukken. In de foto’s is scherpte en onscherpte gecombineerd, een scherp beeld rechts en een onscherp beeld links of andersom. Hij maakte de serie najaar 2018. “Het was out-of-the-box fotografie. Het ging om de contrasten.”
De andere serie maakte hij in een tunnel onder het treinspoor in Maastricht. Je ziet de trap naar beneden, de prullenbak. Er is veel graffiti. Er wordt ingezoomd naar de spuitbussen. We zien een doodskop getekend met daaronder de tekst ‘Lost soul’ (“ook een kunstuiting”), er wordt ingezoomd op een bierblikje op de grond (“het ging over de lijn op het blikje”)  en ten slotte zien we het eind van de tunnel. Ook hier selectieve scherpstelling out-of-the-box.
Nieuw gebied ingaan
Ten slotte, wat is zijn filosofie? “Ik wil in mijn fotografie bij de basis blijven, tegen het digitale geweld. Ik wil ook mijn grenzen overschrijden, nieuw gebied ingaan. Ik maak hooguit tien goede foto’s per jaar, misschien zelfs dat niet eens, misschien vijf. Het gaat om de weg die je bewandelt, daarin moet je niet dwangmatig te werk gaan.”
Back to Top